Elektrische
Fietsen
Elektrische fietsen site van Benelux
Informatie over de elektrische fiets.

Motor van een elektrische fiets


Een elektrische fiets maakt gebruik van een hubmotor, een motor die direct gekoppeld is aan het wiel. Doordat deze rechtstreeks aan het wiel hangt is het rendement van de batterijen het hoogst. De naafmotor wordt ook nog vrij vaak toegepast, maar begint sterk te dalen bij nieuwere modellen. De hubmotor kan U eveneens terugvinden in andere voertuigen zoals de scooter. We onderscheiden vandaag de dag twee soorten hubmotoren:  die met inwendige tandwieloverbrenging, en die zonder inwendige tandwieloverbrenging. Het verschil is uiterlijk quasi onmerkbaar en qua prestaties is er ook niet veel verschil, maar intern is het een klein verschil. Hubmotoren zonder inwendige tandwieloverbrenging zijn vergelijkbaar met de elektromotor waarbij de as vastgezet wordt. De motor draait hierbij zelf rond. Een eenvoudiger motorsysteem dan dit is eigenlijk niet te bedenken.

Motoren met een inwendige tandwieloverbrenging bevatten een kleine elektromotor die een hoog toerental oplevert. Vaak wordt dit toerental omlaag gebracht door een tandwieloverbrenging, in veel gevallen is dit een planetair tandwielstelsel. Doordat de vertanding inwendig is kan men dit type motoren kleiner maken en als voordeel hebben ze dan ook nog eens een hogere trekkracht. Het spreekt voor zich dat wanneer U van dit type een krachtiger model wilt de grootte eveneens zal toenemen.

Het vermogen van een gemiddelde elektrische fiets ligt vast op 250 watt, wat ongeveer overeenstemt met een maximum snelheid van 25 kilometer per uur, dat tevens door de wet is opgelegd. Een motor van 24 Volt heeft een stroomverbruik van ongeveer 10 Ampère. Hoe meer vermogen U wilt des te hoger dat het stroomverbruik zal liggen. De batterijen die deze stroom moeten leveren zullen dus groter zijn dan die van een lager verbruik en brengen dan ook een hoger gewicht met zich mee.

Qua onderhoud is het vooral de accu die een goede onderhoudsbeurt nodig heeft van tijd tot tijd. Het is altijd verstandig de accu na gebruik even af te laten koelen alvorens te beginnen met opladen van de batterijen. Ook wordt aangeraden de batterijen altijd tot op hun volste capaciteit te laten opladen. Acculaders geven vaak een ‘vol’ signaal terwijl de batterij in werkelijkheid nog maar voor 90 percent is opgeladen. Laat daarom ook na het signaal altijd even Uw batterijen verder opladen om het maximale er uit te halen. Tot slot wordt ook aangeraden de batterijen te bewaren op kamertemperatuur en te vermijden deze op te slaan in vochtige of koude plaatsen.